Ken je dat? Je kind komt naar huis en duikt achter de game console. Hij (of zij) zegt je amper gedag. Hij begint vol enthousiasme te gamen. Regelmatig hoor je kreten voorbij komen als ‘YES!, TOP!’. Naarmate de tijd vordert, verandert de toon van de kreten. Er wordt nu regelmatig gevloekt en getierd.
Je voelt je eigen spanning al oplopen, want de game tijd is ver voorbij. Zo meteen moet er gezegd worden dat die tijd voorbij is en je voelt de bui al hangen. Dat wordt weer oorlog. ‘Dat rot gamen ook altijd!’, schiet dan door je hoofd.
Dit is een situatie die wij vaak in de praktijk horen. Ouders die met hun handen in het haar zitten omtrent gamen, telefoongebruik, I-pad etc.
Hoe komt het nu dat een fijn potje gamen zo vaak uitloopt op oorlog thuis? Heeft dat te maken met het spel? Of met jouw kind? Of met te veel game tijd? Al die vragen stel jij jezelf regelmatig.
Maar het heeft eigenlijk vaak vooral te maken met stress. Stress die onbedoeld en ongemerkt om verschillende redenen kan oplopen bij je kind én bij de ouder.
Wanneer het kind relaxt en rustig is, heeft het een kalm brein. Dit is het groene poppetje: IK. Het kind is dan in contact met zichzelf en met zijn omgeving. Het zit dan in de comfortzone.
Wanneer spanning oploopt, merk je dit vaak aan bijvoorbeeld een wat verhoogde hartslag. Je komt dan in de prestatiezone. Deze zone zorgt ervoor dat je meer gefocust bent en kunt presteren. Het kind is nog steeds zichzelf, maar de spanning loopt op binnen acceptabele grenzen.
Wanneer de spanning echter te ver oploopt, reageert het brein alsof je in levensgevaar bent. Je systeem wordt overgenomen om jou in veiligheid te houden. De eigen IK verdwijnt naar de achtergrond en de STRESS-IK neemt het over.
Deze STRESS-IK heeft vier manieren in zijn toolbox om jou veilig te houden:
- Vluchten;
- Vechten;
- Vrede bewaren;
- Verlammen.
Er zijn verschillende triggers die de STRESS-IK naar voren kunnen laten komen. Zo zijn honger, dorst, overprikkeling mogelijke triggers, maar ook perfectionisme of boosheid van anderen kunnen triggers zijn.
Wat we vaak zien bij kinderen en jongeren is dat zij al redelijk overprikkeld uit school komen. Hun STRESS-IK zit dan soms al in vluchten. Dit zie je wanneer het kind bijvoorbeeld weinig contact maakt met anderen in huis. Het is dan enkel gericht op zo snel mogelijk gamen of op de I-pad of telefoon gaan.
Dit zijn manieren op te kunnen vluchten. Wat er dan echter ook gebeurt, is dat zij nog minder met zichzelf en hun lijf in contact komen. Tijdens het gamen kunnen er dan andere triggers bijkomen zoals honger, dorst of moeten plassen die niet gevoeld worden door de afleiding.
Wat er dan gebeurt wanneer zij uit het spel worden gehaald, is dat ze ineens overspoeld worden door alle innerlijke prikkels van honger, dorst, moeten plassen etc. Dit kunnen zij niet reguleren en de ouder heeft hun vlucht van dat ongemak nu weggenomen. Gevolg: OORLOG!
Maar ook verliezen, anderen teleurstellen in het spel etc. kunnen triggers zijn die de stress bij een kind verder op laten lopen.
De STRESS-IK van het kind wordt dan tijdens het gamen steeds bozer. Je ziet dan dat het vluchten niet meer werkt en het kind in vechten komt. Dit zorgt vaak direct ook voor stress bij de ouder. Ieder brein reageert op een ander brein in stress. Zeker bij hoogsensitieve mensen gebeurt dit snel vanwege de spiegelneuronen.
De ouder komt dan zelf in zijn of haar STRESS-IK terecht. Soms betekent dit vrede bewaren en gaan ze proberen het kind te lijmen. Dit wekt vaak alleen maar meer boosheid van je kind op.
Soms is het vluchten en gaan ze maar iets anders doen. Ze beginnen te denken dat vandaag wat langer gamen heus niet zo erg is en trekken zich uit het geheel terug. Misschien gaan ze zelf ook wel even scrollen op hun telefoon.
Maar ze kunnen ook zelf in vechten terechtkomen en voor ze het weten gaan ze van relaxt hun eten staan te koken naar een potje schreeuwen dat het nu echt voor altijd klaar is met dat ROT GAMEN!
Terwijl het gamen slechts een piepklein onderdeel van dit geheel is zoals je kunt lezen. De basis van het probleem is niet het gamen, maar het reguleren van stress.
Wat helpend kan zijn wanneer dit vaak gebeurt bij een gezin, is met de ouder en het kind in gesprek gaan over wat er gebeurt tijdens het gamen met hun stresslevels.
Ze kunnen dan beiden kijken op welke manier zij die stress kunnen beheersen en waar de stress hen beheerst. Zo kunnen ze toewerken naar waar mogelijk stress verminderen. Elke keer oorlog is voor zowel ouders als het kind niet tof.
Je kunt dan met hen op zoek naar hun triggers gaan. Wat zijn de triggers van het kind en wat zijn de triggers van de ouders? Misschien is het wel honger of dorst bij het kind. Dus eerst even wat eten en drinken na school kan al helpen.
Voor de ouder is het misschien het schreeuwen dat er gebeurt bij het gamen. Wat kunnen zij dan doen om voor zichzelf te zorgen hierin?
Een simpele tool om in te zetten is een stress thermometer. Samen gaan zij uitproberen wat er wordt gevoeld op welk punt van je thermometer. Hoe voelt groen? Hoe voelt oranje? Hoe voelt rood?
Op deze manier creëer je bewustzijn bij zowel de ouders als het kind over het eigen stresslevel en bijbehorend gedrag. Je leert het herkennen bij jezelf en bij de ander.
Van daaruit kan je dan kijken naar de behoeften. Wat hebben ze nodig? Van zichzelf en/of van de ander? Wat helpt hen om niet naar rood door te schieten? Wat helpt wanneer ze wel in rood zijn gekomen?
Het gezamenlijk doel is zo gamen op een manier die voor iedereen binnen een acceptabel stressniveau blijft waardoor er geen oorlog ontstaat, maar het ontspanning kan brengen.
Wil je graag meer weten over het reguleren van stress dan is ons gratis webinar ‘Verminder stress bij hoogbegaafdheid’ iets voor jou.
In onze trainingen gaan we verder in op de stressthermometer en stress bij gamen.